Dierenspel

De dierengame bestaat uit zes verschillende levels die steeds uitdagender worden. In de kinderboerderij worden er 6 boerderijdieren behandeld: koeien, schapen, varkens, eenden, paarden en kippen. In de beestenboel versie komen andere dieren voor: tijgers, papegaaien, ijsberen, olifanten, krokodillen en apen. In level 1 worden kinderen gevraagd om het juiste dier bij het geluid te vinden, waarbij ze uit steeds meer dieren moeten kiezen. In het tweede level worden kinderen gevraagd om het juiste dier samen te stellen, waarbij de combinaties steeds veranderen. In het derde level gaat het om de leefomgeving van een dier, waarin het kind door vrolijke animaties leert waarom een dier ergens wel of niet leeft. In het vierde level moeten de kinderen het juiste voer selecteren en vervolgens mogen ze de dieren te eten geven. In dit level is een tel-element toegevoegd. In het vijfde level worden er andere associaties met de dieren behandeld, zoals het feit dat melk van de koe komt, en eieren van de kip. In het laatste level krijgen de kinderen de opdracht om de relatie met de buitenwereld te leggen. Ze moeten op zoek gaan naar het dier in hun eigen omgeving. Dit kan bijvoorbeeld op de kinderboerderij zijn, maar het kan ook op televisie of in een voorleesboek zijn. Door er een foto van te maken bouwen ze een collectie aan beeldmateriaal op waar ze altijd weer naar terug kunnen kijken.